We leven in de nadagen van een culturele bloeiperiode en we kijken naar talloze vormen van verval. Net zoals in elke herfst, komt er steeds meer van de onderliggende structuren bloot te liggen. Net zo lang tot alleen die structuren overblijven: naakt en helder. Door het onvermijdelijke verlies van alles waarmee we het leven in de bloeitijd opgetooid hebben, zien we steeds duidelijker de onderstroom die eraan ten grondslag heeft gelegen. Ik ben er de laatste tijd nogal stil van.
Vooruit is soms achteruit
Al vanaf het midden van de vorige eeuw moesten de dingen ‘anders’. Ja. Maar … hóe anders? En anders dan wát?! Hebben we ons dat in al die jaren eigenlijk wel voldoende afgevraagd?
We kunnen duidelijk zien dat veranderingen zeker niet altijd een impuls inhouden tot zinvolle ontwikkelingen. Voor wie geen ijkpunt heeft, kan verandering alle kanten op gaan. En dingen kunnen ook áchteruitgaan. Een modernisering kan een verslechtering inhouden. Innovatie kan verschraling betekenen. De vooruitgang van het ene, kan een aftakeling van het andere impliceren.
We vertellen elkaar tegenwoordig veel vaker dat we schade en afbreuk om ons heen zien, of zelf aan den lijve ondervinden, dan dat we nog ongenuanceerd geloven in enige vooruitgang. Wat staat ons dan nu te doen?
Het begon zo mooi
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw studeerde ik een vroege en uiterst optimistische soort van veranderkunde: Andragologie, de wetenschap van de zich ontwikkelende volwassene. ‘De nieuwe mens’ zou zich ontwikkelen door bewustwording en zelfrealisatie. De wereld zou rechtvaardig worden – voorbij aan oorlogsvoering, armoede en honger – door algemene volwassenwording.
Ik schaarde mij met blij gemoed bij het leger der maatschappij-vernieuwers. Jarenlang hield ik het vol om vanuit dat perspectief van alles te roeptoeteren, net zoals iedereen om mij heen. Hoopvol en gedreven om ‘de vernieuwingsbeweging’ verder te brengen. Je kon succes bereiken met wat jij écht wilde!
Maar ik voel de impuls niet meer en ben er bijkans helemaal mee opgehouden om het over een dergelijke soort van vernieuwing te hebben. De tijd lijkt sowieso voorbij om van alles iets te vinden, er in verschillende richtingen dingen over uit te zenden, en er dan ook nog op te hopen dat je mensen daarmee kunt mobiliseren. Ik leerde dat ik op die manier bijgedragen heb aan de hyper individualisering en aan een kakofonie van uiteenlopende geluiden, maar niet aan een doorgaande beweging. Het leerproces van onze tijd lijkt daarmee niet verder te worden gebracht.
Met meningen uiten
verander je niets
De binnenwereld van gewone mensen
Door mijn werk ben ik gaan zien dat de binnenboordmotor van maatschappelijke ontwikkeling verborgen zit in persoonlijke levensverhalen van gewone mensen, en de bereidheid om daadwerkelijk lessen te leren uit ervaringen.
Wacht even… de binnenboordmotor….? Ja, inderdaad. Ik beweer dat maatschappelijke ontwikkeling een cultureel leerproces is dat zich in gewone mensen afspeelt. En steeds op een heel persoonlijk vlak. Vaak ook in een heleboel mensen tegelijkertijd. Het collectief ontwikkelt zich voor zover ik het kan zien, omdat een heleboel individuen iets waarachtigs leren en van daaruit de koers van hun leven afstemmen op iets wat groter is dan zij zelf.
Het persoonlijke is ook het collectieve
Zoals je weet werk ik systemisch met persoonlijke vraagstukken. Het gebeurt heel vaak dat ik het spreekwoordelijke geluk heb om via iemands persoonlijke kwesties te mogen meekijken in de voorouderlijnen en vroegere manieren van leven. Zo krijg ik een kijkje in historische achtergronden van kwesties en de rode draad die schuilgaat in hetgeen waar mensen zoals jij en ik in onze huidige tijd mee worstelen. Ik heb daar na verloop van tijd wat diepte-perspectief in gekregen.
Persoonlijke kwesties – ook de jouwe – gaan niet alleen over jou, maar gaan ook altijd over de wereld waarin we geboren zijn: de mores zoals die ons is aangeleerd en de verhalen die ons zijn verteld. Door de overeenkomsten te zien en te herkennen waar onze voorouders in leefden, kun je zicht krijgen op de waarden die daarmee zijn opgebouwd, maar ook op dingen waar de samenleving als geheel op een bepaalde manier mee opgezadeld zit: verhalen die niet kloppen en conflicten die niet zijn opgelost maar die wel in onze liberale democratie hun vertakkingen hebben.
Wij als nazaat hebben er een specifieke uitdaging aan om onszelf ervan te bevrijden. En daar zit altijd een dimensie aan die gaat over het grotere geheel. Het persoonlijke en het collectieve zijn alleen perspectief-verschillen van dezelfde verschijnselen.
Geef eens een voorbeeld?
Ik denk bijvoorbeeld aan iemand die worstelt met zijn leiderschap. Hij is nazaat van een mannenlijn, van echte vaders en zonen, van mensen die we inmiddels verantwoordelijk houden voor kolonialisme en slavernij. Mannen die destijds maatschappelijk succesvol waren en zich onschuldig voelden aan zaken die we tegenwoordig afkeuren. Vaders die op een dominerende manier omgingen met hun zonen, hun eigen gedrag rechtvaardigend en de cultuur verspreidend en overdragend door elitevorming. Zonen imiteerden en bewonderden het, waren er tegelijkertijd bang voor, erdoor geïntimideerd én er loyaal aan. Zij onderdrukten de eigen sensitiviteit, namen het ‘succesvolle’ gedrag over én identificeerden zich met de morele spelregels die erbij hoorden. Identificaties die een cultuur van dominantie stutten. En die tot op de dag van vandaag doorwerken in onbewuste collectieve gewoontes in manieren van denken en voelen, die we ergens nog steeds ‘normaal’ vinden, maar die de ontwikkeling van gezond persoonlijk leiderschap in de weg staan. Omdat je jezelf er nogal wat voor moet ontzeggen en je je er innerlijk altijd onzeker en onecht in blijft voelen.
Vaak zeggen we over dergelijke onbewuste collectieve gewoontes dat ze berusten in ‘negatieve overtuigingen’ waar je jezelf van zou moeten ontdoen. Maar om een bevrijding te bewerkstelligen van overgedragen structuren moeten mensen zich los kunnen maken van hoe ze de wereld aangeboden kregen van ouders en grootouders zónder die ouders en grootouders in de vuilnisbak te gooien.
Je komt namelijk niet los door het gewoonweg ánders te willen. Als dat het zou zijn, zou het volstaan om te breken met het verleden. Maar bevrijding is iets anders dan je verbinding ontkennen en afsnijden. Voor een individu gaat een proces van bevrijding over het overwinnen van persoonlijke angsten door te ankeren in de dingen waar een verbinding met de voorouders écht over zou moeten gaan. Pas dan overschreeuw je niets.
In de grote aantallen hebben dergelijke persoonlijke transformaties een enorme impact op de cultuur: als mensen zich in elkaars ontwikkeling herkennen, kan er een nieuw ‘normaal’ ontstaan. En dat gebeurt ook.
De geschiedenis terugvinden in je persoonlijkheid
Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor een nazaat van de Midden-Europese adel, die in haar eigen lichaamsgevoel diverse sporen terugvindt naar de manier waarop de dingen een eeuw geleden in haar familie nog werkten: hoe met name vrouwen en moeders leerden om zich hermetisch van het eigen gevoelsleven af te sluiten, door letterlijk de buik en taille strak in te binden. Het gold als ideaal.
Vrouwen hebben inmiddels een veel grotere bewegingsvrijheid en ademruimte, maar het afsnijden van het emotionele leven en de dwingelandij tot uiterlijke schoonheid is niet gestopt door geen korsetten meer te dragen.
Ook hierbij is er sprake van overdracht op jonge kinderen, via een innerlijke ervaren cocktail van bewondering, angst en identificatie. Het is een innerlijke kluwe. Kinderen groeien op om zelf in het eigen ouderschap het onbewust geleerde – zij het in andere vormen – vervolgens eveneens onbewust weer uit te drukken op de eigen kinderen.
Je kunt een kind wel uit de oorlog halen
maar hoe haal je de oorlog uit een kind?
Warchild
Onopgeloste issues reizen de toekomst in
Voorbeelden van dit soort verbanden zijn er tallozen. Het zijn niet alleen de oorlogen die in kinderen gaan zitten maar allerlei bruutheden zoals verdraaiingen van de waarheid, situaties van uitbuiting en diefstal, het afsnijden van intuïtie en eigenheid of het uitoefenen van macht door misleiding en bedrog. Ze veroorzaken niet alleen een doorgaande dader-slachtoffer dynamieken tussen diverse spelers in het sociale veld maar ook tussen ouders en kinderen, waar de overdracht naar de toekomst plaatsvindt.
Dat het zo gaat, dat weten we tegenwoordig bijna allemaal. “Ik wil mijn problemen niet doorgeven aan mijn kinderen” is een hartenkreet die ik haast dagelijks hoor in mijn praktijk. Het gaat heel vaak om restanten van morele krachten die het oude Europa ooit haar culturele stabiliteit hebben gegeven. Krachten die we in de samenleving van vandaag niet meer willen laten gelden, en moraliteiten die we niet meer onderschrijven, maar die zich via sociale spelregels ooit diep hebben verankerd in de ziel en identiteit van destijds jongere generaties: de grootouders en overgrootouders van vandaag. Ze verschijnen in het nageslacht van nu, in hen die de wereld hebben aangenomen zoals ze die aangeboden kregen, in allerlei gedragingen, neigingen en overtuigingen die we ervaren als verstoringen, beperkingen en hindernissen voor onze persoonlijke vrijheid.
Persoonlijk proceswerk
Je kunt een heel groot deel van persoonlijke eigenschappen helemaal niet zomaar toeschrijven aan karakter of geaardheid. Alsof iemand van zichzelf bazig is, of onderworpen, onverzettelijk, gefrustreerd, rechtlijnig, krachteloos, seksistisch, racistisch, bevooroordeeld, eenzaam, bang, of irritant is. Of misschien denk je zoiets over jezelf?
Het zijn echter geen kwaliteiten maar vervormingen van kwaliteiten en we herkennen die vervormingen niet altijd als logisch gevolg van op elkaar inwerkende opvoedmethoden, morele voorschriften en culturele praktijken.
Het is ook maar de vraag of individuen zich daarvan bewust zouden moeten zijn. Een belangrijk inzicht is immers wel degelijk dat je dergelijke verschijnselen alleen maar op een persoonlijke manier kunt transformeren, onder strikt persoonlijke voorwaarden. Wanneer je de innerlijke noodzaak voelt, en wanneer de tijd rijp is, kan er zich een weg openen om te herkennen, te verwerken en te overwinnen waar je in vast hebt gezeten. De vrijheid nemen om maar gewoon alles te doen wat jij wilt, is een manier om daarvan weg te blijven.
Het aangaan met jezelf
Individueel trauma is ergens altijd collectief trauma. Het ‘ik’ lijdt als het niet ingebed is in een veilig verbonden ‘wij’. Dit individueel te problematiseren is niet alleen ineffectief maar ook onethisch zeggen mensen zoals Gabor Maté terecht. Maar het is tegelijkertijd slechts individueel te transformeren. Simpel gezegd:
Het is niet jouw schuld
maar je bent de enige die er iets aan kan doen
Dat is vaak een lastig proces waar niemand van buitenaf jou toe kan bewegen. En al helemaal niet door er meningen op na houden over jouw gedrag. Je komt daar alleen in terecht door begripvolle aandacht, in een veilige context, wanneer je zelf stil wilt staan bij de dingen waar je in jezelf tegenaan loopt. Het gaat er daarbij nooit om, om de wereld te veranderen. En tegelijkertijd verandert er met elke persoonlijke transformatie een stukje van de wereld. Het is een langzame maar trefzekere en zachtaardige revolutie.
Verdraaide feiten
Heel soms gebeurt het in een opstelling dat er iets aan het licht komt dat de maatschappelijke actualiteit in een totaal nieuw perspectief plaatst. Bijvoorbeeld zoals onlangs toen een eeuwenoud agrarisch familiesysteem het onderwerp van onderzoek was. In die opstelling klonk een van de representanten op een gegeven ogenblik als een soort orakel, die verwees naar een historisch feit dat zich rondom de eerste wereldoorlog zou hebben afgespeeld. Die sprak over een vorm van bedrog en verraad aan de hele agrarische beroepsgroep:
“De mensen geloven mijn leugen. Ze vertellen elkaar én zichzelf waarom ze verder moeten op de ingeslagen weg. De slavendrijver zit nu verstopt in de slaaf.”
Deze woorden sloegen bij alle aanwezigen in als een bom. Hier werd duidelijk iets gevoeld dat ten grondslag ligt aan de problemen die zich in onze tijd afspelen. Ze plaatsten het huidige debat over de agrarische sector in een zeer bepaald daglicht.
Tegelijkertijd is het niet aan de orde om er een of ander politiek manifest aan te wijden. We weten ten eerste niet wat er precies bedoeld werd en wie de ‘ik’ is die hier aan het woord was. En ten tweede is deze openbaring alleen transformerend voor degene die zich op zeer persoonlijke lagen opent voor de boodschap die er in deze specifieke context mee overgebracht wordt.
Voor mij heeft deze ervaring bevestigd dat algemeen politiek gepraat in voor’s en tegen’s nergens toe leidt. Dat is niet hoe we als collectief een boodschap, zoals die hier gegeven wordt, verwerkt krijgen.
Het stemt me aan de andere kant bescheiden en respectvol om te beseffen tot welke emotionele diepte mensen bereid moeten zijn te gaan, om dergelijke vraagstukken werkelijk naar de oppervlakte te brengen. Het punt is hierbij ook weer, dat je de betreffende issues alleen maar op persoonlijk lagen en onder persoonlijke condities kan verwerken en overwinnen, om daarna voor jezelf heel misschien met een nieuw perspectief op jouw persoonlijke geschiedenis te kunnen komen, zodat je andere keuzes kunt maken dan voorheen.
Waar ik al die tijd voor opgesteld stond
Ik ben destijds afgestudeerd als Andragoloog, maar ik heb mezelf in al die jaren geen veranderkundige genoemd. Wel hield ik het vol om me voortdurend bezig te houden met vernieuwing en – zoals gezegd – had ik daar talloze meningen over. Het leidde tot teleurstellingen, maar ook tot een onverwacht leereffect.
In de loop van mijn werkzame leven als systemisch coach ben ik iets gaan zien wat wel degelijk behulpzaam lijkt voor een doorgaande maatschappelijke beweging, die ook wenselijk is. Een grote verandering voor mijzelf, waaruit blijkt dat ook ik, met al mijn persoonlijke issues en bagage, al die tijd opgesteld stond als representant van iets groters.
Ik laat hoe langer hoe meer de neiging los om de wereld te willen veranderen. Ik ontdekte de missionarissen van mijn voorouderlijnen in mezelf en laat die los, beetje bij beetje. Ik ben niet meer op zoek naar impact, naar het grote, naar zichtbare resultaten. Ik richt mij daarentegen op verbinding, warmte, nabijheid en de kwaliteit van persoonlijke relaties. Op de binnenboordmotor dus eigenlijk.
Ik wil niet de wereld kunnen bewegen
maar ik wil kunnen bewegen in de wereld.
Ik wil me niet inzetten om voor de maatschappij te werken maar ik wil werken in de maatschappij.
Ruud Tuithof
Vernieuwen versus veroorspronkelijken
Waar ik op uit kom, is een diep verlangen naar oorspronkelijke waarachtigheid en authenticiteit. Iedereen die zich serieus wijdt aan persoonlijk proceswerk ontwikkelt zich vroeg of laat – naar mijn ervaring – tot een authentiek mens. En het verbaast me niets dat mensen die zichzelf hierin terugvinden, doorgaans ook zeer maatschappijkritisch zijn, maar eigenlijk nooit sociaal activistisch. En ook niet in individuele afzondering gericht op eigen succes. Ik zie mensen die waarachtigheid ontwikkelen en dat mobiliseert eigenlijk een a-politieke kracht in simpel menselijk samenzijn.
In waarachtigheid lijkt ieder een helder ijkpunt lijken te kunnen vinden voor antwoorden op de verander-vragen ‘hóe dan anders?’ en ‘anders dat wát?’ Want voor wie een ijkpunt heeft in waarachtigheid kan verandering alleen de kant op gaan die meer in overeenstemming is met een oorspronkelijke geaardheid.
Noem het integriteit. Wat het ook is, men sterkt zich aan de weerstand van het oude systeem maar gaat er niet mee in de clinch. Men concentreert zich op het eigene en wil dat in verbinding brengen.
Daarmee, dunkt me, kun je ook de vinger leggen op het verschil tussen veranderen en ontwikkelen. Veranderen kan willekeurig alle kanten op en lijkt alleen maar vrijheid te willen. Ontwikkelen kan alleen vanuit iets oorspronkelijks, iets geëigends. Ook dat heet integriteit. En van integriteit word je niet alleen zélf waarachtiger, maar al je relaties verdiepen zich en worden volwaardiger. Juist dát lijkt me de basis voor een gezondere en hechtere gemeenschap en een essentiële voorwaarde voor gezonde democratische processen.
Er is vandaag de dag geen grotere revolutionaire daad
dan volwaardige relaties aan te gaan
Olivier Winants
Dit fundamentele inzicht tekent zich voortdurend af in het werken met mensen in de praktijk van het systemisch werk. Immers, op jouw eigen pad moet je, om tot een positieve ontwikkeling te komen, de weg vrij zien te maken voor de – voor jóu geëigende – groeirichting, door de verbinding met je herkomst, je eigenheid en je oorsprong te genezen en in waarheid te herstellen; oftewel door je oorspronkelijkheid uit te vergroten. Dat is wat we bedoelen met ‘worden wie je bent’.
Medewerking uit onverwachte hoek?
Ik ga iets geks zeggen. Want ja, ik hoor je denken: de zachtaardige revolutie die zich via persoonlijke groei verspreidt, gaat die niet te langzaam? Inderdaad. Je zou misschien kunnen verdedigen dat het populisme hierbij te hulp schiet als een soort doorbraakversneller. Uit een – ik vind zelf zeer verhelderend – artikel van Bas Heijne (‘Bezweringen helpen niet meer’ NRC 17 januari ’25) spreekt bijvoorbeeld dat het populisme misschien wel op het wereldtoneel verschijnt omdat het disruptief is: het helpt, kort samengevat, om de liberale democratie tot op de grond toe af te breken. Een systeem dat niet langer de antwoorden verschaft die we in deze tijd nodig hebben. Een typische kruik die net zo lang te water is gegaan en nu dan toch écht aan het barsten is. Wat ons die afbraak vervolgens brengt, dat is natuurlijk nogal spannend en ik waag mij niet aan voorspellingen.
Maar des te sterker geeft het me de kracht om me te concentreren op hetgeen waar ik in geloof en dat de kiem te verzorgen. In de natuur zien we bijvoorbeeld ook hoe er in de afbraak prikkels zitten voor nieuw leven om te ontspruiten. Er is door onderzoek gevonden hoe tijdens bosbranden de verschroeiende planten en bomen boodschappen genereren en slapende zaden vertellen dat het tijd is om te ontkiemen. Vanuit de oorsprong van het leven ontstaat het nieuwe bos.
Systemisch werk
Het systemisch werk staat voor een dergelijke veroorspronkelijking. In doortastend en niet aflatend onderzoek naar de diepe geaardheid die werkzaam is in de ontwikkeling van menszijn. Door mensen altijd te zien als een deel van groter geheel, en door menselijke moeilijkheden te zien als manifestaties van de onevenwichtigheden in het geheel én andersom. Dat is buitengewoon behulpzaam, niet alleen voor onze persoonlijke kwesties, maar dus ook voor ons mensen als sociaal wezen in het maatschappelijke veld in het algemeen. De toewijding aan ieders veroorspronkelijking helpt bij de zoektocht naar de ontwikkelingen van de cultuur.
Systemisch werkenden zijn in mijn ogen de nieuwe Andragologen. Ze zijn onafhankelijk. Ze bevinden zich buiten de structuren en oude spelregels van de wetenschap, politiek en economie. Zij zijn vrij, objectief en neutraal. Ze voeden het culturele leerproces door met grote sensitiviteit de geschiedenis los te helpen peuteren in ieder van ons die dat aan wil gaan, en zo te werken aan de integriteit die we vandaag verlangen, om waarachtig te kunnen samenwerken en samenleven.
Want één ding hebben we inmiddels wel geleerd: er is geen zinvolle ontwikkeling in de wereld mogelijk, zonder innerlijk werk.
De omgeving van de mens
is de medemens
J. A. Deelder