Je mag zeggen wat je denkt

maar tegen wie eigenlijk?

Vrijheid van meningsuiting is een verworvenheid die nog niet zo lang ‘normaal’ is. In de 60-er jaren van de vorige eeuw was ik bijvoorbeeld fan van de revolutionaire troubadours zoals Bob Dylan. Zij wisten te choqueren door het sentiment van de massa te vertolken. Dat sentiment was boosheid, cynisme en opstandigheid. Dat waren lekker makkelijke, uitgaande emoties. Expressief kon je daarmee zijn, joh, heerlijk.

Voorvechters voor de toekomst waren we, en we drukten ons uit in strijdbare taal. We balden de vuisten naar de machthebbers. De autoriteiten moesten het anders gaan doen. Dat heette progressief. Maar dit ‘wijzen naar de ander’ hebben we inmiddels ontmaskerd als kinderachtig. Een mening hebben is in principe wel assertief. Maar ja. Schermen met je eigen gelijk, daarmee laat je juist zien hoe kleingeestig je bent. Daar kun je anno nu niet meer mee aankomen in kringen van vernieuwers.

We moeten tegenwoordig onze éigen verantwoordelijkheid zien te nemen en dat gaat voorbij aan het hebben van een mening. Welk constructief antwoord heb je? Welke bijdrage lever jij aan de wereld?

Moderne verwarring

Tja… en dan krijg je dus een moderne mens te zien die in een soort hutspot leeft tussen moderne medemensen. Mensen die bezig zijn met het proberen te leven van iets nieuws. Ietwat stuntelig omdat we slechts beschikken over half begrepen, beetje modieuze nieuwertijdse eigen waarden, gemengd met ouderwets normatief gedrag.
Ik behoor daar zelf ook toe. Ik woon bijvoorbeeld in een eco-wijk, maar ga wel boodschappen doen bij ’s lands grootste kruidenier. Ik doe aan auto-delen en ik knip bij het treinstation andermans vergeten fietsverlichting uit vanwege het milieu. Tegelijkertijd pak ik als het er op aankomt een vliegtuig naar mijn vakantiebestemming. Voor het oog lijk ik me weinig aan te trekken van het leed in de wereld, omdat ik niet weet wat ik er mee aan moet. Ik doe wel mee aan de crowdfunding actie van projecten bij mij in de buurt omdat ik die begrijp en omdat ik graag hip wil zijn. Wat verder weg is, is eigenlijk al snel te ingewikkeld. Mijn life-style ziet er niet uit. Tenminste, het voelt altijd ergens een beetje ridicuul omdat het altijd ergens tekort schiet. Een inspirerende mening over waar het heen moet? Nou… nee. Het dekt de lading nooit.

Het is te groot

Er ligt tegenwoordig veel open en bloot hoe we gemanipuleerd worden door economen, politici en bedrijfsleven. Slechts een enkeling om mij heen protesteert openlijk, omdat de meeste mensen zich in alle eerlijkheid te klein voelen in relatie tot de problemen die er spelen. Vroeger kon je een protest laten horen en denken dat dat iets uitmaakte. De perspectieven van waaruit wij de dingen meemaken, zijn totaal anders geworden. Het maakt dat ik mij terugtrek naar mijn eigen domein en me daar tenminste wel intelligent, humoristisch, helder en verantwoord kan voelen. Onze hersenen lijken er zelfs op gebouwd te zijn om zoiets als ‘urgente wereldcrisis’ volstrekt te negeren. Je kunt er in het dagelijkse leven in ieder geval weinig mee want het leven gaat verder. Het leven móét verder. In werkelijkheid verdwijnt het gevoel van urgentie uiteraard niet, maar het sluipt naar binnen en duikt in een onderstroom. Misschien zijn we daarom wel steeds zo druk, druk, druk?

Domme massa

En wat is ondertussen het sentiment van de massa? Heel onaantrekkelijk eerlijk gezegd. Mensen lijken zich te verzetten tegen bewustwording op talloze vlakken, tegen openstaan voor de ellende van de vluchtelingen, tegen de noodzaak tot een meer sober bestaan. Men sluit ogenschijnlijk de ogen voor de buitengewoon verontrustende waarheid dat de klimaatcrisis allang onhoudbaar is en denkt aan zichzelf.
En dan opeens komt de geest uit de fles. De ‘sense of urgency’ komt op de meest lelijke, onbegrijpelijke en onintelligente manieren naar buiten zoals met een Brexit en andere vormen van explosief populisme. “Zie je wel… dom volk.. dááááár verbind ik mij niet mee….. daar sta ik boven.”

Arrogantie aankijken

Maar… , stelt een journalist van de Die Zeit terecht: … het mag dan slechts een ondertoon zijn die onze arrogantie verraadt, we moeten wél gaan beseffen dat we arrogant zijn: “Als we om Donald Trump lachen, ontmaskeren we niet hém, maar onszelf.” We ontmaskeren het feit dat we in feite geen antwoord hebben.
We beschimpen elkaar op de sociale media. Protestzangers hadden tenminste nog argumenten. Wij veroorzaken slechts gezichtsverlies bij onze vijanden, zowel op de meest grove als op de meest subtiele manieren. Dat is de wraak van degene die het niet lukt om dieper door te dringen dan de buitenkant.

Antwoorden

Liefde? Rechtvaardigheid? Eenheid? Daar kun je het misschien allemaal maar beter binnenskamers over hebben. De teruggetrokken schuchterheid van de wérkelijke vernieuwing is geen uitnodiging tot openbaar gezang. Of wel? Want wat heeft de vernieuwing nou eigenlijk voor een sentiment? Die is introvert, vriendelijk, gelijkwaardig, open, stil… het zijn innerlijke krachten, maar waar zit de voorwaartse kracht? Het appél? De verontwaardiging? De sturing? Het leiderschap?
Wat is haar stem? Hoe kan zij ver reiken en dragen? Hoe kan zij de spirit liften en hoop geven?
Wat zou ze zeggen als ze vrij kon spreken? Hoe kan zij onze aandacht richten?
Hoe maakt ze dat we onze voeten vertrouwen en gáán?

Mooie vragen. Dat dan weer wel…

De antwoorden? Die liggen in stilte op ons te wachten.

Antwoorden

is een werkwoord.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *