laat de beste stuurlui maar van wal steken
…. camera draait …. microfoon is aan… vol verwachting richten we ons op de horizon. De plek waar het licht vandaan komt. Een nieuwe dageraad. Nu we na drie maanden lockdown voorzichtig weer in beweging komen, is dit het moment om te bepalen welke kant op. Maar hóe bepaal je dat?
Naweeën
We staan voor een zee aan mogelijkheden maar tasten in het duister als het gaat om de vraag hoe we verder moeten. Voor degene die hoopte dat na de lockdown alles ten positieve gekeerd zou zijn, gaat deze fase van toenemende bewegingsvrijheid vermoedelijk voor een desillusie zorgen. Het oude systeem functioneert namelijk nog steeds. Hetzelfde systeem dat al zwak stond, als het gaat om de kwaliteit van gezondheid, welzijn en onderwijs. Daar bovenop krijgen we nog een heleboel te verstouwen, wat nu nog aan ons collectieve oog onttrokken is: persoonlijk leed door verlies van geliefden, werk, geld, zorg en vertrouwen.
Zeker, er is al veel aan het licht gekomen. En hier en daar is er ook flink aan het stuur getrokken zodat de richting die we volgden een aantal forse slingers kreeg. Maar in relatie tot wat we bedoelen met een vreedzame en duurzame mondiale samenleving die leefbaar is voor iedereen, zijn we voor mijn gevoel gewoon nog steeds op de oude vertrouwde oever. Met een verdiept besef dat we hier niet kunnen blijven.
Stokpaardjes
Als we de oversteek wagen, waar richten we ons dan nu op? Hoe kan je koersen op een nieuwe werkelijkheid zonder er zelf ooit te zijn geweest? Natuurlijk door er over te fantaseren, elkaars verhalen te delen en je er op te verheugen. Veel mensen, waaronder ik zelf, hebben zich aan het begin van de lockdown luidruchtig verheugd op vergezichten die ze al hadden vóór de corona crisis.
We kunnen het natuurlijk niet echt helpen dat we dat doen. Maar eigenlijk bied je dan weerstand om je aan de realiteit van de situatie over te geven, toe te staan dat je in het hier en nu bent en dat je opnieuw te kijken hebt waar je nu eigenlijk staat, zonder te weten hoe het verder moet. We houden er niet van om houvast te verliezen. Ook niet die van onze toekomstdromen en onze opvattingen over hoe daar te komen. Velen van ons hebben zo hun stokpaardjes en hun eigen gelijk, maar ja, we hebben vaak ook niet zo veel ánders dan dat: onze eigen persoonlijke meningen.
Het woord is aan jou
Het is een privilege om ergens te leven waar je er een persoonlijke mening op na kán en mag houden. We danken er ook het intelligente gedeelte van de lockdown aan. Wij Nederlanders denken zélf na. En oh.. wat ben ik daar blij mee. Ik heb ook nog nooit eerder zoveel mensen zich zo frequent en zo hartgrondig horen afvragen hoe zij zich nu met de huidige situatie verhouden. De ‘wat-vind-ik-er-zelf-van?’ vraag is in mijn omgeving alom tegenwoordig. Maar de vraag is wel: komen we daar ergens mee, als we ons afvragen hoe we nu verder moeten?
Ik vind het wel een positief teken. Het valt mij nu in elk geval pas écht op hoe groot het verschil is met toen ik opgroeide. Ik ben van de generatie kinderen die tegen autoritaire vaders, leraren en leiders in opstand kwam. Wij ‘boomers’ vonden destijds dat we allemaal eens wat kritischer moesten worden, wat meer zélf moesten nadenken en eens wat minder onze strenge en ongenuanceerde meningen uit ónze kerk, uit ónze politieke partij en uit ónze krant moesten halen.
De impuls die mijn generatie daarmee gaf, heeft z’n effect niet gemist. Vanuit dat perspectief kan je nu helder zien dat we ons als individu hebben verzelfstandigd en dat we inderdaad veelal hebben geleerd om als zelfdenkenden te navigeren. We hebben respect voor persoonlijke meningen. De vraag hoe we de oversteek gaan wagen wordt dan ook in de meest uiteenlopende richtingen beantwoord.
Gezamenlijk belang
Als het daar echter bij blijft dan heb ik daar zo mijn bedenkingen bij. Ik zie om me heen dat mensen een mening vaak aanzien voor een visie. En dat is naar mijn idee een verraderlijke manier van upgrading naar het collectieve niveau van iets wat daartoe niet volstaat. Een mening komt tot z’n recht op het niveau van het individu, maar als die gaat gelden als gezamenlijk belang, dan gaat er iemand gewoon weer de baas (willen) zijn, net zoals vroeger.
Een echte visie includeert iedereen. Die werkt als een verbindende kracht omdat het zich uitspreekt over hoe we een gezamenlijk belang dienen. Een visie werkt verbindend tussen vele verschillende soorten van individuele bewegingen, werkelijkheden en besluiten omdat het op een hoger abstractieniveau dient als focuspunt voor velen die in vrijheid kunnen en mogen bijdragen. Een visie zegt niet wát je moet doen. Het zegt hóe en waaróm.
Wij hier in Nederland leven al een lange tijd zonder visie. We drijven al een hele tijd koersloos rond in een landschap vol meningen. Die meningen brengen we voortdurend met elkaar in een samenspel van onderlinge krachtmetingen en dat spel bepaalt de koers. Net zoals de weersomstandigheden bepalen waar een stuurloos vlot naartoe dobbert. Soms komt er een kracht van links en soms van rechts.
Autoritaire aanpak versus vrijheid van meningsuiting
De coronacrisis hebben we als collectief weten aan te pakken omdat het zich bij uitstek leende voor autoritair ingrijpen. We wisten dondersgoed dat wanneer we er over zouden gaan ‘polderen’, we kansloos overgeleverd zouden zijn aan het spel van de onderlinge krachtmetingen. Hoe anders dan met de aanpak van bijvoorbeeld zoiets als de klimaatcrisis. Het lukte jarenlang gewoon niet om dat belangrijk genoeg te maken. Een autoritaire aanpak was niet de weg, maar we zijn op visie niveau ook nergens voor gaan staan. We hebben ingebrachte standpunten als een vrije keuze gezien en herkenden niet wat persoonlijke meningen waren en wat de vertolkingen waren van een gezamenlijk belang. Dus alle standpunten werden gezien en behandeld alsof het persoonlijke meningen waren. We hebben elkaar er heel lang in vrij gelaten om te denken en vinden wat we wilden en we hoefden ons niet wezenlijk iets van elkaar aan te trekken. We verleenden voorrang aan de vrijheid van perspectief, vrijheid van inzicht en vrijheid van oordeel. En daarmee ook aan de vrijheid van deelname.
Bij de coronacrisis viel met name die laatste vrijheid weg. Er is geen sprake van een keuze over deelname bij deze crisis. Net zomin eigenlijk als bij de oplossing van veel van onze andere problemen zoals het klimaatissue. Die lijken dan weer zo veel minder dwingend want het onontkoombare ervan is veel minder duidelijk.
Met andere woorden, we durfden in het licht van de corona autoritair te doen. Maar durven we in het licht van wat er verder de komende tijd allemaal gaat komen nu ook iets principieels te doen? Kunnen we vinden en accepteren dat er universele waarden zijn en daarmee de polderkrachtmeting overstijgen?
“Goede mensen doen goede dingen”
Complicerend is het verschil tussen ‘goed’ en ‘principieel juist’. Wat we zien als het goede is niet op voorhand het principieel juiste. Wie in het huidige landschap beweert zich in te zetten voor een betere wereld, lijkt tegenwoordig automatisch in het goede team te spelen. Maar is eigenlijk wel duidelijk wat ‘goed’ is? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat velen uiteindelijk maar gewoon wat doen op basis van persoonlijke meningen over wat men denkt of beweert dat het ‘goede’ dan is. De laatste tijd heb ik gemerkt dat het nogal wat stof doet opwaaien om je daar kritisch over uit te laten. De tik op de vingers die ik daarop krijg, komt er doorgaans op neer dat wereldverbeteraars tenminste iets doen. En dat dat dús goed is. Ze maken zich tenminste niet schuldig aan het ‘slechte’. Persoonlijk leer ik niet zo veel van dergelijke argumenten. Ik denk dan eerder een bevestiging te zien van wat ik beweerde. We vinden bepaalde onderwerpen ‘goed’. Wát er maar wordt aangepakt. Maar de vraag blijft voor mij hoe iets juist is. En waarom. De manier waarop we die onderwerpen aanpakken, de proceskant, datgene waar je principes voor nodig hebt, datgene wat ons optilt boven goede en slechte bedoelingen, boven een arena van allen tegen allen, dáár is naar mijn smaak een nieuw perspectief nodig en is dus ook een krachtige ontwikkeling mogelijk.
Hoe verder?
Daarvoor is het uitermate belangrijk dat er een begeestering op gang komt waar mensen zich mee kunnen verbinden. Dit idee werd al verwoord door Seneca ten tijde van de Romeinen: “Every reign must submit to a greater reign”.
Als je weet aan welk principe je wilt gehoorzamen, dan pas kun je de discipline opbrengen om een spannende overtocht aan te gaan.
Wat staat centraal? Wat verbindt ons? Als we op dezelfde manier de post-lockdown-samenleving omgaan als met de lockdown zélf, dan krijg je hele enge dingen. Een door techniek gecontroleerde werkelijkheid waar ze in China niet voor terugdeinzen maar die we hier volstrekt onacceptabel vinden.
Waar het in het verleden ging om het communisme tegenover het liberalisme, gaat het vanaf nu misschien wel om het technologische tegenover het liefdevolle.
Ik & Wij
We denken veelal in de polariteit ‘wij’ versus ‘ik’ maar volgens mij zijn er twee soorten van ‘wij’. Het is belangrijk om het verschil te zien tussen de vraag wat ons bindt en de vraag wat ons ver-bindt.
Het bindende gebaar legt een gevoel van eenheid op aan een gemeenschap. Er wordt een ‘wij’ gevestigd en bestendigd door haar af te dwingen. Een eenheid die weinig afwijking duldt en die nauwelijks een individuele ontwikkeling toestaat. Het is de conservatieve optie. Een gemeenschap onder corrigerende aansturing vernieuwt zeer traag. Dat is wat binding doet. De ‘wij’ waar dan sprake van is, staat misschien bol van romantisch sentiment maar is onvrij. Je kunt het een laag niveau van gemeenschappelijkheid noemen.
We kunnen constateren dat we in ons land een flinke mate van individuatie en verzelfstandiging hebben bereikt. Het is nu dan ook mogelijk om de volgende stap te nemen en door te bewegen naar een in vrijheid verbonden ‘wij’. De stap om te bouwen met het vermogen om een collectieve koers te vinden ten goede van een algemeen belang. Zodat er een gezamenlijke richting ontstaat waaraan je in vrijheid blijkt deel te kunnen nemen en aan bij kan dragen vanuit jouw persoonlijke perspectief. Een richting die door jou als individu wordt aangevoeld, gevoed en beïnvloed.
Begeestering
Vele maatschappelijke initiatieven laten zien dat we dat kunnen en ook al doen. Mensen voelen zich geïnspireerd om zich bijvoorbeeld te verbinden in broodfondsen en energiecoöperaties. Niet omdat ze dat moeten maar omdat ze die manier van doen graag willen meemaken. Omdat ze het prettig vinden om fijne mensen te vertrouwen.
Het systemisch werk laat ook keer op keer zien dat we het kunnen omdat we zo van nature zijn gemaakt. Als we eenmaal vrij zijn om te kiezen, willen we graag in een gezamenlijke richting werken wanneer die beantwoordt aan innerlijke oriëntaties, drijfveren en opvattingen. We ervaren graag mooie dingen en prettige relaties. We beleven graag rechtvaardige en oprechte dingen met mensen. We worden gelukkig van integere processen. Ze maken ons creatief en geven ons vleugels. We beleven het als zinvol, vervullend en de moeite waard. We willen graag samenwerken op die manier omdat die het beste in ons naar boven haalt. In essentie worden we blij van waarheid, liefde en rechtvaardigheid.
Wanneer we op die manier kunnen samenwerken, dán pas heeft de individualisering – die begonnen is met de omverwerping van de autoritaire maatschappij – z’n voltooiing bereikt. Niet als we allemaal overal los van zijn, maar als we ons vanuit onszelf verbinden aan datgene wat we werkelijk mooi vinden, serieus nemen, beschermen en gezag verlenen.
Het kan
Misschien omdat we nog maar zo kort geleden onder het juk van het autoritaire ‘wij’ vandaan zijn gekomen, hebben we nog wat koudwatervrees voor die verbinding en weten we niet zo goed hoe je dat doet. Wat hebben we allemaal in ons als verlangen en kunnen we mogelijk omarmen als verbindende principes? Waar hechten we allemaal een hoge waarde aan en durven we daarom dus vanuit onszelf verbindend gezag aan te verlenen?
Een zeer prettig kenmerk van het principieel juiste is dat het universeel is. Iets universeels is iets dat we allemaal in ons hebben, wat we dus allemaal kunnen aanboren en ook allemaal herkennen zodra het er is. We kunnen er op navigeren in vrijheid. Het is een kwestie van het vrijmaken in onszelf en als kompas beschikbaar maken. Onze innerlijke waarden kunnen dienen als gerespecteerde informatiebronnen voor het geheel. Dat is de manier waarop we ons aan een collectieve richting kunnen verbinden zonder aan persoonlijke vrijheid in te boeten.
We zullen het dringend nodig hebben, ook om voldoende kracht te hebben om weerstand te bieden. Bijvoorbeeld aan de autoritaire veroveringsdrang vanuit het Aziatische continent of aan de leugenachtige en verraderlijkheid vanuit het Amerikaanse continent. En, last but not least, aan het egoïstisch afgezonderde, waar we vanuit het eigen neoliberalisme voortdurend mee te maken hebben. Als we weten waar we voor opkomen, zullen we er voor kunnen blijven staan.
Toevallig – of misschien niet zo toevallig- een interview met Gabriël van den Brink, filosoof, in de Volkskrant van 30 mei gelezen. De titel ‘De samenleving schreeuwt om gemeenschapszin’ en de uitwerking van die constatering leek in hoge mate op datgene wat jij signaleert. Interessant!
Hoe de vergaande individualiteit en zelfredzaamheid van het neoliberalisme indruist tegen de diepgewortelde (evolutionair genetische?) behoefte aan gemeenschappelijk gevoelde gronden. En als links daar geen antwoord op heeft, dat rechts daarmee wegloopt door een solidariteit op te roepen tegen – vul maar in- en dus aan populariteit wint.
Jouw oproep is nodig. En ik hoop dat hieruit een eenvoudig, universeel te voelen en te volgen, collectieve richting uit voortvloeit.
groet, Jack