Een ongewone compositie

Deksels!

Scrollend door de beelden op Instagram zie ik opeens een foto van een platgetrapt plastic dekseltje op asfalt, netjes en zorgvuldig gecentreerd in het beeld. Mijn ogen blijven steken. Het beeld zet me ‘aan’. De woorden die er in me opkomen zijn: doorzichtig, fragile en gekwetst.

Toch is het maar een plastic dekseltje? Waar gáát dit over…?

Ode aan het schone…

Dergelijke dekseltjes ken ik goed. In een glanzende stroef-schone staat van nieuwheid en reinheid, beschermen ze mijn koffie, smoothy of koude slush. Gedurende de eerste paar minuten na de aankoop zijn ze het toonbeeld van zorgvuldigheid en luxe. Als ik de beker met deksel en rietje in ontvangst neem, is het duidelijk dat er hygiënisch wordt omgegaan met wat ik consumeer. Ik geef er nogal wat geld aan uit en ik voel: “ik ben het waard!”

…of aan waardeloze rotzooi?

En toch…  al snel verandert het ding – inclusief rietje en beker – in een lelijke, gebruikte viezigheid die ik zo snel mogelijk moet zien kwijt te raken. Onopvallend vertrouw ik het aan een prullenbak toe. Dit exemplaar hier kan dus zéker niet de mijne zijn. Het is andermans rotzooi waar ik zo overheen loop. De troep die we op straat zien slingeren is de vuilnis van het ergerlijkste soort.

Waardeloze schoonheid

En juist dát staat op deze foto ineens centraal. Het ding wordt geëerbiedigd alsof het een bijzondere mandala is. Alsof we er met ons allen nog nooit goed naar hebben gekeken. Zijn we dan zó snel vergeten wat ze ons heeft gebracht? Hebben we haar dan wel echt ‘gezien’? En wat was die ervaring dan waard? Wat blijft er van over? Is het dekseltje van zichzelf eigenlijk niet volstrekt waardeloos? Dit soort vragen confronteren mij met mezelf. En dat is nou precies de schoonheid van dit beeld.

De kunstenaar

De foto is van David Leviatin, een in London gevestigde fotograaf die een eindeloze reeks ontregelende beelden op Instagram plaatst. Ik kwam hem toevallig tegen en verloor mijn hart aan zijn werk. Het bestaat uit foto’s van doodgewone objecten en ogenschijnlijk doodnormale dagelijkse situaties. Allemaal net even met die typische twist… Om met Misha Wertheim van De Correspondent te spreken: hij lost met zijn beelden misschien een stukje van mijn eenzaamheid op: “Er is nóg zo’n gek als ik!”. Soms weet een maker je te raken met iets, wat precies lijkt uit te drukken wat jij voelt of wat voor jou een geweldige zeggingskracht heeft.

Waardeloze gewoonte

Nu heb ik de gewoonte om niet zo netjes om te gaan met fotografen die hun werk op ‘social media’ zetten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik voor mijn site regelmatig beelden van internet heb gebruikt, zonder acht te slaan op de maker. Maar sinds Lucy Lambriex mij portretteerde, en zij me er op wees dat ik kunstenaars daarmee benadeel, voelde dat niet goed meer.

Economisch gedrag

Het is misschien wel net zoals met dat plastic dekseltje: het geeft mij aanvankelijk een verzorgd gevoel. Tegelijkertijd weet ik stiekem ook wel dat dat een illusie is, dat ik uiteindelijk ergens achteloos overheen stap en dat ik mij eigenlijk moet schamen. Ik gebruik iets omwille van de glans maar schat het niet werkelijk op waarde. Ik maak het niet van mezelf. Ik máák het eigenlijk ‘waardeloos’. En daarmee betrap ik mij op een gewoonte die we in ons economisch verkeer allemaal geoorloofd vinden, maar die niet bijdraagt aan een duurzaam vreedzame wereld: je blijft steken in een buitenkantje en je vergeet om je ergens echt aan te verbinden.

Waar geef je om?

Dit inzicht zette me aan tot drie heldere besluiten. Ten eerste heb ik alle foto’s voor mijn site die ik van internet geplukt had, vervangen door eigen foto’s. Die beelden geven nu een echte werkelijkheid weer. Het zijn geen onbestaande glansplaatjes meer. Ik heb daarnaast aan David Leviatin gevraagd of we kunnen samenwerken. Hij zei ‘ja’! dus je gaat de komende tijd via mijn blogs meer van zijn werk zien. Ten slotte ben ik donateur geworden via een site die speciaal bestemd is om eenvoudig geld te kunnen doneren aan je lievelingskunstenaar.

‘Aan’ gaan

Het voelt goed om mensen te steunen die mijn hart, hoofd en handen op ‘aan’ zetten. Ik ben hen zeer dankbaar voor hun werk. Een eerlijke economische uitwisseling is daarbij meer dan rechtvaardig. Het is een principekwestie met grote gevolgen. Wanneer de economie niet langer draait op wat ik denk waard te zijn, maar op wat ik waardevol vind en waar ik iets om geef, dan ga ik mij heel anders voelen en dán gaat de wereld anders functioneren.

En jij? Wie of wat zet jou op ‘aan’? Wie of wat kan jou eens gezond met jezelf confronteren? Zin om je wezenlijk te verbinden? En het daar eens over te hebben en verder te groeien in een groep van sociaal ondernemende mensen? Maak dan de bewuste keuze en sluit aan bij de procesgroep op 21 september in ‘t Veerhuis.

Wat de moderne mens in de weg zit is onverschilligheid jegens zichzelf.
Erich Fromm

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *