Wat geheeld is, is afgerond
Kijk eens even een paar seconde naar deze afbeelding, sluit dan je ogen en vraag je af waar je aandacht naar toe gaat. De kans is groot dat je de afbeelding onthoudt als ‘de foto waarop je het gezicht van die ene man niet kunt zien’. Je merkt hoogstwaarschijnlijk aan jezelf dat je alle aandacht hebt voor wat je niet lijkt te mogen zien.
Zelf alles rond maken
Dit lijkt een cruciaal fenomeen. We kunnen het op een bepaalde manier niet verdragen als we het innerlijk niet rond krijgen wat ons voorgeschoteld wordt. We interpreteren waarnemingen tot een geheel en maken verhalen af. We vullen desnoods details aan tot er iets is wat we begrijpelijk vinden. We streven daarin naar afgeronde gehelen. En, last but not least: we lijken datgene dat er in werkelijkheid wel is, maar wat we – om wat voor reden dan ook – niet waarnemen, net zo lang te blijven missen tot het zichtbaar wordt. We hebben allemaal van nature een behoefte aan heelheid en kompleetheid. En we hebben van nature een gevoel of iets ‘klopt’.
Toestaan en verbieden
Tegelijkertijd zijn we in het dagelijks leven voortdurend in aanraking met fenomenen van buitensluiting. Wat het ook is, wat we onszelf toestaan of wat we ‘het goede’ vinden, we verbieden daarmee tegelijkertijd vaak iets anders. Iets wordt mogelijk gemaakt door andere dingen onmogelijk te maken, of zelfs ondenkbaar, onvoorstelbaar. Althans, dat denken we, zolang we denken in tegenstellingen. Je bent politiek links of rechts. Je bent voor of tegenstander. Je doet mee of niet. Maar is dat wel zo wijs? En als je iets wil, wil je dan het andere persé niet?
Aandacht voor het verbodene
Als we ertoe overgehaald zijn om onszelf bepaalde dingen te verbieden, dan blijven die dingen ons toch, ja júist, op een vreemde manier achtervolgen. Datgene waarin je aan jezelf een beperking oplegt, dringt zich uitgerekend daardoor aan je op. Door jezelf iets te verbieden maak je het onvergetelijk. Als je ergens ‘ja’ op zegt, en je zegt daarmee tegelijkertijd ‘nee’ tegen iets anders, dan gaat dat andere daarmee niet weg. Dat blijft gewoon bestaan en vecht als het ware om jouw aandacht en erkenning om in z’n geheel mee te mogen doen in de werkelijkheid. Zelfs wanneer het verbod heel streng is en je daardoor aspecten of eigenschappen van jezelf heel diep weg stopt of vergeet of zelfs ontkent.
Polarisatie
Het zou zelfs wel eens zo kunnen zijn dat wanneer je iets in je leven energie geeft, door het wel of niet te willen, je het tegenovergestelde aspect tegelijkertijd evenveel energie geeft. Zolang je vanuit tegenstellingen beweegt, ben je eigenlijk aan het investeren in het conflict tussen de uitersten. Zoals met een schommel: hoe harder je hem van je afduwt, des te harder komt die weer naar je terug. Hoe beter je je best doet om bijvoorbeeld een bescheiden mens te zijn, hoe meer je je daarop kan laten voorstaan, waarmee je je dus eigenlijk enorm laat gelden. Je geeft onbewust je energie aan de tegenbeweging. Iedere methode, techniek, religie of politieke overtuiging die je in je leven toepast om iets kwijt te raken, draagt er in dat geval juist aan bij dat het naar je terugkeert. En daar wordt het natuurlijk allemaal alleen maar erger van. Al het pogen mislukt. We lijden er aan, wanneer we dergelijke voortdurende onevenwichtigheid ervaren. Bij onszelf en bij anderen.
Balans zoeken
Overal waar wij mensen ons met elkaar inlaten, samenwerken of samenleven, kampen we soms met onoverbrugbare tegenstellingen wanneer we de werkelijkheid proberen vorm te geven vanuit of-of opties. Voor of tegen. Wel of niet. Goed of kwaad. De ene kiest het ene en de andere kiest het andere en vervolgens zijn we het tot in de eeuwigheid met elkaar oneens. Ook in jezelf zal je de twijfel soms voelen knagen, en dan moet je die misschien met een radicale hardheid tegemoet treden. Eerst in jezelf en vervolgens druk je die hardheid vanzelfsprekend ook naar buiten toe uit. En zo kunnen mensen er uiteindelijk toe komen om in radicale hardheid ‘het goede’ te zien.
Maar wie in vriendelijkheid wil samenleven en samenwerken, kan maar beter nergens een radicale grens trekken en hooguit een balans verschuiven in een gewenste richting. Met meer van wat je wil en met minder van wat je niet wil, kun je zachter, duurzamer en vriendelijker sturen en ontspannen in een genuanceerde werkelijkheid. Met wijsheid.
Tegenstellingen versus tegendelen
Ons denken in tegenstellingen simplificeert de werkelijkheid in of-of opties. Terwijl de werkelijkheid zélf is samengesteld uit tegendelen in en-en opties. Dag en nacht gaan in elkaar over. Licht en donker maken elkaar mogelijk. Voor en tegen hebben allebei gelijk. Hoog en laag zijn relatief. Wel of niet zijn beiden soms goed en soms niet goed.
Tegendelen vormen samen altijd een groter geheel: een eenheid die in evenwicht gebracht kan worden door balans te bewerkstelligen. Tegendelen zitten onlosmakelijk aan elkaar vast. En het denken in tegendelen komt in ons mensen dus overeen met de waarheid die schuil gaat achter ons natuurlijke gevoel voor evenwichtigheid, heelheid en compleetheid: alles dat is, dient er te zijn, op een bepaalde tijd, in een bepaalde mate.
Uitstijgen boven jezelf
Niemand kan daarom worden buitengesloten zonder dat het ergens anders gaat zeuren, wringen en pijn doen omdat die ander een onuitwisbaar deel is van een groter geheel. Daar wordt binnen het systemisch werk mee omgegaan als een wetmatigheid. Vandaar ook dat in het systemisch werk gezocht wordt naar oplossingen die recht doen aan de onlosmakelijkheid van tegendelen. Systemische oplossingen zijn altijd zowél voor de een als voor de ander goed. Het ene gaat nooit ten koste van het andere, maar het ene maakt het andere juist mogelijk: vanwege de samenhang tussen tegendelen en vanwege de grotere eenheid waar beiden onderdeel van zijn. De tegenstelling kan dan als het ware boven zichzelf uitgetild worden en de tegendelen vallen samen in iets wat groter is en wat beiden omvat. Zoals dag en nacht samen een etmaal vormen, zo vormen goed en kwaad samen een weegschaal.
De noodzaak
Creativiteit en intelligentie hebben beiden als kenmerk dat twee ideeën die elkaars tegendeel zijn, tegelijkertijd in gedachten gehouden kunnen worden om er mee te kunnen werken. Wanneer je de kranten bijhoudt zal het je echter vast ook opgevallen zijn dat ‘polarisatie’ een modern verschijnsel is, waar we in toenemende mate last van hebben. En stel nu eens dat dat de prikkel is die we nodig hebben om daar aan voorbij te gaan. We reageren er gevoelig genoeg op én we lopen er mee vast. We weten dat het niet klopt om te blijven praten in ‘voors’ en ’tegens’. We weten dat het verre van creatief en intelligent is. Stel nu eens dat we door kunnen pakken, dat er een manier van organiseren is waarin we tegenstellingen doorzien en tegendelen overstijgen: systemisch organiseren, toegepast op samenleven en samenwerken. Stel dat de tijd rijp is…
Bol is het nieuwe plat
We zien al langer dat de cultuur in transitie is van de piramidale hiërarchie naar de pannenkoek. De platte netwerksamenleving is misschien slechts een tussenstation op de weg naar een nieuwe heldere en integrale structuur. Die is niet plat-rond, maar ruimtelijk rond: bolvormig. Het is emergent en het ontwikkelt zich evenwichtig naar alle kanten vanuit een bron. Daarmee is het analoog aan organisch levende structuren. Een bol kan (net zoals de pyramide) maar op één manier kloppen en dat is wanneer de vorm in evenwicht is door alle complementaire tegendelen
Net zo lang tot het klopt
Deze manier van organiseren vraagt persoonlijke ontwikkeling en lokt het tegelijkertijd ook uit. Het vraagt een overgave aan je wezenlijke geaardheid. Dat brengt je in contact met die aspecten van jezelf, die je verloren waande of vergeten was, aspecten die je niet per se meteen herkent als ‘het goede’ maar die jou wel in evenwicht brengen: jouw punt centraal stellen bijvoorbeeld of absoluut open en eerlijk zijn, of, iets wat velen niet van zichzelf mogen, is, je laten helpen!
Aspecten die voorheen jouw evenwicht verstoorden omdat je ze deels moest onderdrukken of buitensluiten. De overgave daaraan – zo heb ik gemerkt – brengt je in contact met die aspecten die je nou juist nodig hebt bij de opbouw van evenwichtige en rechtvaardige structuren in de samenleving. Structuren die in balans zijn en die haar deelnemers verder in balans brengen. Structuren die je helpen om aan ‘de foto waarop je het gezicht van die ene man niet kunt zien’, te herkennen dat dat komt door de vlekjes op ruit van waarachter de foto werd gemaakt en te zien dat die ene man gewoon bij de groep hoort.
Systemisch organiseren
Ik houd me al lang bezig met de vraag waar dergelijke structuren van zijn gemaakt. De laatste jaren is daarin een patroon ontstaan en daarmee een steeds scherper perspectief. Nu voel ik dat het beeld rond is. Ik zou het systemisch organiseren willen noemen. Dienstbaar aan een nieuwe economie. Kloppend met het nieuwe paradigma, oftewel de principes van de nieuwe tijd. Ik zou graag de theoretische en praktische kennis met je delen, die ik erover verzameld heb. Daarom ben jij als zoeker, koploper, groep vernieuwers, of als creatieve eenling welkom.
Met een hartelijke groet,
Inge Knoope
De wereld is rond
opdat de vriendschap haar kan omcirkelen.
Pierre Teillhard de Chardin