Op de vensterbank
Een visie, dat weten we inmiddels allemaal, is de veerpont tussen verleden, heden en toekomst. Als je een toekomstbeeld hebt, is het raadzaam om te leven met dat beeld en om de verleiding te weerstaan om direct te beginnen met een plan. Wacht liever tot het plan zich in je handelen als het ware vanzelf vormt. Er zijn namelijk mensen die zeggen dat je kunt leren van de toekomst. Wat zou men daar mee kunnen bedoelen?
Er zijn twee bronnen van kennis.
Het verleden en de zich reeds aftekenende toekomst.
Otto Scharmer
Beperkte blik
Wie kent dat niet? Dat we het benauwend vinden om te merken dat mensen de boel dicht houden en als het ware door een smalle spleet naar de wereld kijken? Gebrek aan visie, zeggen we dan. Mensen zijn snel met hun oordeel, kijken naar hun eigen plaatjes, zien steeds de contouren van hun ervaringen terug en zijn weinig geneigd om ergens nog nieuw licht op te laten schijnen.
Veel liever genieten we van mensen met een open blikveld en een ruim uitzicht. Wijzend naar wat er is om naar ‘uit’ te kijken met een brede horizon. We kunnen zelf misschien lang niet altijd open en onbevangen naar het heden kijken. Laat staan naar de toekomst. Maar we waarderen het maar al te zeer als iemand ons er toe inspireert om de spreekwoordelijke gordijnen open te trekken en van het uitzicht te genieten. Om de tijd te nemen en te zien wat er nou eigenlijk écht gaande is in de wereld.
Open kijk
De toekomst is er al in het heden. Omdat er voortekenen zijn. Omdat er iets aan het gebeuren is. Omdat er iets zichtbaar is van wat zich aan het voltrekken is en wat dus ergens op uit gaat draaien. Misschien is het idee van ‘de toekomst als bron van kennis’ een ingewikkelde manier om te zeggen dat het mogelijk is om je in een lerende en ontwikkelende zin te openen voor wat er in je leven aan het ontstaan is, ongeacht wat het is. Leren van de zich aftekenende toekomst is eigenlijk met de toekomst een relatie aangaan. Het kost tijd om iets werkelijk te zien, net zoals het tijd kost om een vriendschap aan te gaan.
Onbewust
So far so good. En dan? Dat je een vooruitzicht hebt, wil nog niet zeggen dat je weet hoe je daarmee omgaat. Een relatie aangaan… vanuit welke bron van kennis put je dan? Hier wordt het onderscheid tussen verleden en toekomst pas echt relevant. Want dat onderscheid is doorgaans volstrekt onbewust.
Net als in elke relatie, koesteren we vanuit het verleden bepaalde verwachtingen over de toekomst en over hoe we haar dienen te bewerkstelligen. We hangen aan elkaar van onbewuste gewoontes: we maken voorspellingen die we eindeloos herhalen zonder ze ooit werkelijk op de proef te stellen en houden daarmee eigenlijk de gordijnen dicht. Leren vanuit het verleden is misschien wel onze eerste natuur. We hechten in ieder geval soms aan illusies en denken van daaruit over van alles te weten hoe het moet. We kunnen op zo’n moment niet altijd meer open kijken. Maar hoe kom je daar achter?
Druk, druk, druk
Het lijkt wel alsof we collectief de kracht op willen brengen om los te komen uit onze onbewustheid, want we schudden met man en macht aan de boom der oude gewoonten. We steken massaal de loftrompet op over ‘de vernieuwing’. De toekomst eist onze aandacht en we stuwen elkaar daar in op. Het gaat al zeker zo’n tien, vijftien jaar nergens anders meer over, dan over doelstellingen en ambities, over creatiekracht, over mission statements en andere routes naar succes, over projectplannen, over de ‘WHY’, over stippen op de horizon, over verandering, kanteling en innovatie… tegenwoordig natuurlijk ook liefst met snelle en concreet meetbare resultaten. Op persoonlijk vlak draait het om focus, initiatiefkracht en impact. Zelf doe ik daar ook aan mee. Misschien mag ik juist daarom zeggen wat ik er over geleerd heb.
Volle vensterbank
Werkelijk de toekomst als bron van kennis hanteren en dus in afstemming zijn met wat er aan het gebeuren is blijkt namelijk bijzonder lastig omdat je dan permanent in onzekerheid verkeert. In plaats van het verdragen van dat ongemak, in plaats van te oefenen in vertrouwen en er een kunst van te maken om lerend en ontwikkelend aanwezig te zijn, zetten we de boel uit voorzorg vast met een planmatige aanpak. Gebaseerd op ervaringen.
Eigenlijk zetten we met ieder willekeurig plan een ‘ding’ uit het verleden in de vensterbank. Iets dat ons het uitzicht naar de toekomst een beetje wegneemt. We zetten iets tussen onze binnen en buitenwereld in. En als we daar vervolgens naar gaan zitten kijken, dan is het vrije uitzicht weg. In plaats van ons meer te openen voor een toekomstbeeld, sluiten we ons met een toekomstplan daar juist weer voor af.
Fata morgana
Zodra je eenmaal een plan hebt, dwingt dat in zekere zin je aandacht af. Als je er dan vervolgens heel druk mee bent om je voornemens te realiseren en je niet meer om je heen kijkt, ben je paradoxaal genoeg helemaal niet meer met de toekomst bezig.
Er zijn mensen die van deadline naar deadline leven en zo in een permanente wedstrijd met zichzelf verwikkeld zijn. Je probeert iets af te dwingen, maar loopt het risico dat het een doel op zich is.
Zeker willen weten dat je iets tot stand gaat brengen, dat is eigenlijk ook een soort van in gevecht zijn. Bijvoorbeeld door een herhaling van iets te willen voorkomen. Het is je richten op door jezelf geprojecteerde luchtspiegelingen en het is naar mijn ervaring typisch iets wat mensen doen wanneer ze meer afgaan op ervaringen uit het verleden dan op observaties van wat er aanstaande is.
Zichtbaar
Zo vernieuw je niets maar houd je jezelf ergens in gevangen. De moeite die je doet, is dan niet wat er in werkelijkheid nodig is. En het idiote is dat elke buitenstaander jou dat ook gewoon kan zien doen. Wat wij tussen het verleden en de toekomst in onze vensterbank zetten, staat als het ware met de rugkant – als keerzijde – naar buiten te staren. De achtergrond van je plannen zijn voor de buitenwereld vaak akelig helder.
Zo is het voor individuen en ook voor organisaties: wat we als buitenstaanders anderen zien doen op de grens tussen binnen- en buitenwereld, is voor insiders onzichtbaar. Men is er zich vaak niet van bewust en gelooft in de onschuld en de noodzaak van ‘het goede’. Buitenstaanders zien het onvermogen en het zelfbedrog. Insiders niet.
De oplossing zit ‘m in relatiekwaliteit: de kunst om de overbrugging te maken tussen binnen en buiten door dat wat er tussen staat te identificeren en op te lossen.
Relatiekwaliteit
Wanneer mensen naar je kijken, terwijl ze er naar streven om hun eigen ambities te realiseren, dan geven ze je het gevoel dat ze jou over het hoofd zien. Ga er maar van uit dat het ook zo is. Maar neem er geen genoegen mee! Maak er contact over. Klop op het raam. Laat je horen. Stel vragen. En probeer te achterhalen waar die ander nou eigenlijk wél naar kijkt. Waar gaat het hem of haar feitelijk om en kan je daar iets mee doen?
Om dat te kunnen achterhalen moet je aanwezig zijn en contact maken. Binnen komen en bij je binnen laten. Issues op tafel leggen. Er het licht op laten schijnen. Ontknopen.
Er is een levend, stromend en écht contact voelbaar wanneer er niks meer tussen zit. Dat is het inspirerende van echt contact: dat je ergens in aangeraakt kan worden en in betrokken kan raken. Dat er iets nieuws kan gebeuren!
Visie
Naar een visie handelen is vertrouwen op het beeld dat je hebt en verder in het niet-weten verblijven. Vertrouwen en contact maken zijn, net als leren van de toekomst, inherent onzeker, want open en nieuw. Je weet niet wat ‘het goede’ is. Je weet eigenlijk niks. Het leven zelf weet ook niet wat het zal zijn. Tot op het moment waarop het zich voltrekt.
Zoals het komt,
zo wil ik het.
Clemens Mulders †